Parool: ‘Aantal bierbrouwerijen groeit door’

Een bericht in het Parool van 7 mei 2021:

Het aantal bierbrouwerijen in Amsterdam blijft gestaag groeien. Volgens Jitze Vellenga van branchevereniging Craft is van een verzadiging van de markt nog geen sprake, maar kleine brouwerijen komen wel in de moeilijkheden door corona.

“Jaar op jaar zagen we overal groei, maar we zien nu dat een aantal brouwerijen met een flinke omzetdaling kampt. Soms tot wel 75 procent,” zegt Vellenga. Enkele van zijn leden zien de toekomst dan ook somber in. Veel brouwerijen zijn jonge bedrijven of pas in het afgelopen jaar hard gegroeid. Zij kunnen vaak geen gebruikmaken van de coronasteunpakketten. Daarbij wordt de omzet in 2019 als peiljaar genomen.

Dit artikel van het Parool gaat over Amsterdam, maar er zit ook een kaartje bij waarin per stad/dorp in Nederland het aantal brouwerijen wordt weergegeven. Natuurlijk konden wij niet nalaten om op Den Haag en haar omliggende gemeenten te klikken. Wij tellen er 22 brouwerijen/brouwerijhuurders, terwijl het Parool op 41 uitkomt.

Hoe zit dat?

Rijswijk

Rijswijk had in 2016 één brouwerij en heeft er 2021 drie. We kennen er één, brouwerijhuurder De Arn, opgericht in 2014, lid van Craft en ook gelinkt aan het ZHB bier. Even googlen geeft nog een brouwerijhuurder: brouwerij Mazzeltov, opgericht in 2020, lid van Craft, maar verder geen website en/of informatie beschikbaar. Nummer drie blijft onbekend.

Leidschendam-Voorburg

De gemeente Leidschendam-Voorburg telt in 2021 één brouwerij volgens het Parool (2016: 1). Het gaat hier om brouwerijhuurder Stad 1806, opgericht in 2019, die zichzelf presenteert als een Haagse brouwerij die de bieren met Haagse 'geschiedenis weetjes' verbindt. Dat zit zo: in het jaar 1806 werd Den Haag door Lodewijk Napoleon (Louis) tot derde stad van Nederland benoemd (bedenk hierbij dat Den Haag heel lang geen stadsrechten had). Het eerste bier dat deze brouwerijhuurder op de markt bracht, heette dan ook Louis, de naam van Lodewijk Napoleon.

Wassenaar

Drie brouwerijen in 2021 (2016: 1) volgens het Parool, maar hier komen wij niet verder dan brouwerij Crooked Spider, opgericht in 2014 en sinds kort ook beschikkend over eigen ketels. We zijn druk bezig met eigenaar Niels om een afspraak te maken om even naar binnen te gluren. Maar verder kunnen we geen brouwerij of brouwerijhuurder ontdekken in het kakdorp.

Delft

Volgens het Parool telt de stad Delft 3 brouwerijen in 2021 (2016: 1). Wij tellen er iets meer: De Koperen Kat, de Bierfabriek Delft, Delftse Brouwers, maar ook nog een tweetal nanobrouwerijen, te weten brouwerij de Bolle Paep (brouwt voor een studentenclub) en Joffer Craft (brouwt voor zijn eigen café). Bij de brouwerijhuurders is het Bierhistorie Delft dat mooie bieren op de markt brengt. Zes in totaal dus, en geen drie.

Midden Delfland

Midden Delfland telt 2 brouwerijen in 2021 (2016: 0) volgens de krant. Wij kennen er eentje: brouwerij tHuis in Den Hoorn. Deze brouwerij werd opgericht in 2017 als Het Raadhuis in Schipluiden waar gebrouwen werd in een kleine ketel van 50 liter, maar inmiddels gaan de brouwactiviteiten verder onder de naam brouwerij tHuis en beschikt het over een ketel van 250 liter. Brouwerij tHuis heeft een eigen locatie met een proeflokaal, maar je kunt ook nog steeds in Het Raadhuis voor een hapje en een drankje. Zeker de tuin is een aanrader.

Den Haag

Nu wordt het echt interessant. Den Haag telt volgens het Parool 29 brouwerijen in 2021 (2016: 8). We gaan eens tellen. De brouwerijen met echte ketels: Eiber Bier, Fiddler/Animal Army, Haagsche Broeder, Van Kinsbergen, Kompaan Bier, Het Kwartje en De Prael Den Haag. Dat zijner 7. Nog 22 te gaan. Bij de brouwerijhuurders komen we niet verder dan vier: nanobrouwerij Bogt, brouwerij Scheveningen (heeft helaas geen eigen ketels meer), Nowhere Brewing en brouwerij Schuit met zijn Bukkuh! Bier, speciaal gebrouwen voor de Ooievaart rondvaarten. Dat zijn er dus 11 in totaal. Waar haalt het Parool de overige 18 vandaan?

We vroegen het na bij Het Parool, maar kregen nog geen antwoord.

Er zijn teveel cafés

Er zijn teveel cafés

De Horecava 2016 was nog maar nauwelijks begonnen of het bericht kwam naar buiten dat cafés in Nederland het zwaar hebben. Dat gebeurt bijna ieder jaar en ook dit jaar was daarop geen uitzondering. Het CBS (Centraal Bureau voor de Statistiek) meldde dat waar andere traditionele horeca, zoals restaurants en hotels, zich hebben hersteld van de crisis, onze cafés ver achter zijn gebleven. Het CBS concludeerde dit uit haar waarneming dat de omzet van cafés in de eerste drie kwartalen van 2015 7 procent onder het niveau van het topjaar 2007 lag, terwijl restaurants en hotels juist weer terug zijn op het oude niveau van 2007.

Hoe kan dat? Wat is hier aan de hand? Wat hebben restaurants en hotels wat cafés niet hebben? Zijn 'onze' cafés in gevaar? Moeten we de barricades op om 'onze' cafés te redden? Of zijn ze al niet meer te redden?

Omzet bestaat uit prijs en volume. Laten we eens naar de prijs kijken. De prijzen in cafés lagen in 2015 volgens het CBS ruim een kwart hoger dan in 2007. Dat is opmerkelijk, want deze prijsstijging was hoger dan bij andere horeca en ook hoger dan het algemene inflatieniveau in Nederland in die periode. Veel vingers wijzen meteen naar de overheid die om de schatkist te spekken BTW- en accijnsverhogingen heeft doorgevoerd, maar het effect daarvan op de prijs is slechts beperkt en geldt bovendien ook voor restaurants en hotels.

Geen enkele vinger wijst naar de werkelijke oorzaak: brouwerijcontracten en brouwerijen - groot en klein - die jaarlijks hun prijzen verhogen in de horeca, Uit een onderzoek van enige jaren geleden bleek dat horecaondernemers tweemaal zoveel moeten betalen voor hun bier in vergelijking met supermarkten. Kunstmatig hoge prijzen werken verlammend in de markt en houden cafés in een wurggreep. 

Dan het volume. Het volume van de café-omzet lag in 2015 ruim een kwart onder het niveau van 2007. Ook hier wijzen de vingers meteen naar de overheid: het rookverbod en de verhoging van de leeftijd voor het drinken van alcohol naar 18 jaar. Ook zijn er andere concurrrenten op de horecamarkt bijgekomen, zoals dorpshuizen, zorginstellingen en detailhandel. Dat zijn inderdaad factoren die het cafébezoek niet hebben aangemoedigd en eerder hebben ontmoedigd. Maar er is meer. De prijsverhogingen die jaar en jaar zijn doorgevoerd hebben ook een effect gehad op het aantal bezoekers en daarmee op het niveau. Cafébezoekers zijn niet gek. Zij kunnen hun geld maar één keer uitgeven.

Hoe groot deze effecten individueel zijn, is moeilijk te zeggen, maar we kunnen stellen dat het rookverbod, de alcoholleeftijd en de toegenomen concurrentie door toetreders veel minder invloed hebben gehad dan de prijsverhogingen. Het is struisvogelpolitiek om dit effect te blijven ontkennen. Brouwerijen en horecaondernemers zouden moeten erkennen dat de prijzen in de horeca te hoog zijn en omlaag moeten.

De gevolgen laten zich raden: lege cafés en een groot aantal sluitingen. In 2008 telde Nederland nog ruim 13 duizend cafés. Begin 2015 was dit aantal met 13 procent gedaald tot ruim 11 duizend. De grootste dalingen deden zich in deze periode voor in de provincies Groningen, Drenthe en Limburg waar het aantal cafévestigingen met ruim 20 procent terugliep. Flevoland was de enige provincie met een toename van het aantal cafés.

Het is onvermijdelijk dat er de komende jaren nog veel meer cafés hun deuren zullen sluiten. Het platteland loopt leeg en de kroeg heeft daar nauwelijks toekomst meer. Mensen drinken hun drankje meer en meer thuis, daardoor aangemoedigd door brouwerij en supermarkt. In grote steden en in uitgaanscentra zijn nog veel mogelijkheden, maar horecondernemers moeten daar wel creatief en innovatief. En concurrerend met hun prijzen.