Follow the trend: bier drinken in je blootje

In Nederland kennen wij de Naeckte Brouwers, maar die geven zich niet bloot. Niet letterlijk althans. En misschien is dat maar beter ook. Want wie zit er nou te wachten op een naakte behaarde Bebaarde Brouwer? Wie wil er nou een oude, dikbuikige bierkabouter in zijn blootje zien? Of wie zit er nou te wachten op een beer geek in zijn nakie of een kekke hipster met zo'n ridicule baard zonder kleren? Mij niet gezien, zullen de meeste mensen geneigd zijn om te denken. Maar wij ontdekten een nieuwe trend: bier drinken in je blootje.

In Nederland zijn ongeveer 2 miljoen mensen die aan enigerlei vorm van naaktrecreatie doen. Dat kan thuis zijn of in de vrije natuur, maar ook op een naaktstrand of op een naaktcamping en in binnenland of buitenland. Opvallend is dat deze blootlopers gemiddeld een hogere opleiding hebben dan hun geklede evenknieën. Er is kennelijk niet alleen moed nodig om jezelf bloot te geven, maar ook verstand. Belangrijk is ook het verschil tussen naturisten en nudisten. Waar naturisten één willen zijn met de natuur en vooral rust zoeken, gaan nudisten vooral voor de naaktrecreatie en de lol. Sommige extreme naturisten gaan nog een stapje verder. Zij streven een gezond leefpatroon na en hebben alcohol, tabak en vlees in de ban gedaan, maar de meeste naturisten en nudisten drinken gewoon een glaasje. 

Ondanks het taboe dat er nog altijd op rust, zijn blootlopers zijn eigenlijk blootnormale mensen waarvan er velen ook van een goed biertje houden. Helaas zijn er in Nederland nauwelijks plekken waar je dit kunt combineren. Denk maar eens aan al die strandpaviljoens langs de Nederlandse kust en dan hebben we het niet eens alleen over de tenten bij onze talrijke naaktstranden. Hier is het bijna altijd treurig gesteld met de bierkaart. Wij kennen ze in ieder geval niet. Wij kennen alleen strandtent Het Puntje helemaal aan het einde van het Noorderstrand van Scheveningen waar ze een reeks bieren van Kompaan op de kaart hebben staan.

Amerika zou Amerika niet zijn als ze daar al lang iets op hadden gevonden. Hier wordt eind juni het jaarlijkse Bare Beach Beer Bash festival georganiseerd bij het Pocono's Sunny Rest "clothes free" resort in Palmerton (Pensylviania). Jaarlijks trekt dit festival zo'n 600 bezoekers en dit aantal groeit nog steeds. Voor $20 mag je hier naar binnen en kun je de rest van de middag craft beers proeven. De enige voorwaarde is dat je je kleren uittrekt. Dat is alles. Je bent ook welkom om 's avonds de pool party bij te wonen met live muziek en - vanzelfsprekend - naakte bierdrinkers. Je kunt er ook je tentje opzetten of een kamer boeken. Alles naakt natuurlijk. Maar dat is logisch. Proost!

Zou deze trend deze zomer ook overslaan naar Nederland? Wie pakt de handschoen op en laat zijn kleren vallen? Wij dromen in ieder geval van een zinderende zomer en een massa naakte ravende mensen met een goed glas craft beer in hun hand.

 

StiBON brouwt een bier

Een onderdeel van de StiBON bieropleiding niveau 2 is het brouwen van een eigen bier. De groep cursisten stelt een eigen recept samen en komt bij elkaar om dit te brouwen bij een professionele brouwerij. Op maandag 30 januari 2017 was het zover. De plaats van handeling was brouwerij Klein Duimpje in Hillegom. Welk bier het is geworden, is nog geheim. En je moet er ook nog even op wachten want het StiBON-bier moet eerst nog gisten, lageren en tenslotte afgevuld worden.

Hieronder een fotoverslag.

Stemmen voor accijnsverhogingen

In december 2016 van het vorige jaar liet staatssecretaris Van Rijn van Volksgezondheid een proefballonnetje op waarin hij opriep om de accijnzen op alcohol te verhogen waardoor het drankgebruik in Nederland zou worden verminderd. Met een wetenschappelijk rapport wapperend in zijn hand wees hij er op dat dit effect inderdaad bewezen was. Overigens zou hij zelf geen wetsvoorstel indienen, maar liet hij dit over aan de nieuwe regering die zal worden gevormd na de verkiezingen in maart 2017.

Daar word je als bierliefhebber en bierdrinker niet vrolijk van, van dit soort berichten. Bier is immers al duur genoeg, zeker speciaalbier (als dat al bestaat) en zeker in de horeca. Daar betaal je al het volle pond voor je biertje. En dus zit je niet te wachten op de volgende prijsverhoging, zeker niet als die in de zakken van de minister van Financiën zou verdwijnen om een gat in de begroting mee te dekken.

Over de prijs van bier kun je veel zeggen. Te laag in de supermarkt (pils). Te hoog in de horeca. En dan hebben we het nog niet eens over al die bieren van die kleine brouwerijtjes, die allemaal de hoofdprijs voor hun product vragen. Daar kunnen we epistels over schrijven, maar dat zullen we nu niet doen. Het gaat nu om het onzalige idee om de belastingen op bier opnieuw te verhogen. Immers de Nederlandse overheid graaide de afgelopen jaren al behoorlijk in de knip van de bierdrinker: in 2012 ging het BTW-tarief van 19% naar 21%, gevolgd door forse accijnsverhogingen in 2013 en 2014. Lees hier meer over in dit artikel.

Wie moet je nu eigenlijk stemmen bij de Tweede Kamer verkiezingen om een accijnsverhoging tegen te houden? Bij wie is je biertje nog veilig? We deden een rondje langs de politieke velden en vroegen de politieke partijen om hun standpunt in dezen. Uitgesproken tegenstanders van een accijnsverhoging zijn de PVV, de VVD en de SP. Bij de uitgesproken voorstanders vinden we de SGP en DENK. De ChristenUnie meldde keurig dat ze nog geen standpunt hadden ingenomen. En PvdA, CDA, D66 en GroenLinks namen niet eens de moeite om te reageren. Van deze vier partijen stemmen PvdA, CDA en GroenLinks meestal voor een accijnsverhoging. Alleen D66 staat hier genuanceerder in. 

Wat nu? Dit is geen stemadvies. Stemmen doe je niet alleen voor de prijs van je glaasje bier. Daar spelen heel veel andere factoren en afwegingen bij mee. Wij wensen u veel wijsheid en verstand in het stemhokje op 15 maart 2017. En proost! 

Proeven voor StiBON 2, deel 3

Het proeven gaat door. Dit keer een proeverij van (zeer) donkere, bijna pikzwarte bieren: de Milkstout van De Prael uit Amsterdam, de Hellegijt van De Natte Gijt uit Weert en het Schwarzbier van Köstritzer uit Oostenrijk.

De Prael kennen we allemaal. Ze werken met mensen met een achterstand tot de arbeidsmarkt. En daarin waren ze de trendsetter: brouwerij en sociale firma. Na de beginjaren op de Helicopterstraat onder de rook van het Olympisch Stadion zitten ze nu alweer jaren op de Wallen met hun brouwerij, proeflokaal en winkel. De laatste berichten zijn dat in de zomer van 2017 een tweede lokatie met brouwinstallatie en proeflokaal zal worden geopend in de Houthaven van Amsterdam. De Milkstout van brouwerij De Prael is een bier van 4,9% waaraan onvergistbare melksuiker (lactose) is toegevoegd om een bepaalde zoetheid te krijgen. Deze bierstijl komt van oorsprong uit Engeland en was bedoeld om de stout wat toegankelijker te maken. De kleur van het bier doet enigszins denken aan troebele cola met snel inzakkend schuim. De geur is zoetig en er valt weinig alcohol te bespeuren, net als in de smaak. In de smaak komt, naast het ondefinieerbare ‘zoetige’ ook een beetje koffie terug. Een bier dat zeker nogmaals op de proeflijst terug komt om deze beter in het smaakgeheugen op te slaan!

De Natte Gijt is zo'n kleine brouwerij die graag klein wil blijven. Twee broers brouwen op kleine schaal in hun schuur en laten het elders - als huurbrouwers - op grotere schaal brouwen. De naam van de brouwerij is ontleend aan het noord-limburgse dialect voor een 'dellerig meisje'. De Hellegijt van brouwerij De Natte Gijt is een Russian Imperial Stout van maar liefst 12% die is gerijpt op whiskyvaten. Er zijn drie varianten: Maccallan, Glentauchers en Bunnahabhain. Wij trokken voor deze proeverij een flesje van de variant Glentauchers open. En na het opentrekken volgt onmiddellijk een geurexplosie (mits niet te koud geserveerd): jodium, metaal, alcohol, krenten en rozijnen! Alcohol komt ook zeer duidelijk in de smaak terug (niet zo gek met die 12%). Met name de krenten en rozijnen voeren de boventoon qua smaak, de nasmaak blijft lang hangen. Een heftig, duidelijk herkenbaar bier.

Köstritzer Schwarzbier is een donker bier van 4,8%. Met dit bier is Köstritzer uit Bad Köstritz,  de marktleider op het gebied van de Schwarzbieren, een bierstijl die zijn oorsprong vindt in Midden-Duitsland in Thüringen, Saksen en Brandenburg. Het wordt gebrouwen met donkere en geroosterde mout. Dit proeven we echter mondjesmaat terug in het bier. De donkerbruine kleur doet een steviger smaak vermoeden, de geur van pils geeft echter al aan dat dit geen bier met grote smaakdiversiteit gaat worden. De smaak is vrij vlak en slechts zeer licht gebrand. Een beetje een ‘nietszeggend bier’.

Follow the trend: Drink & Draw

Bieryoga komt uit het Oosten, maar de echte trend op biergebied voor 2017 komt uit het Westen. Uit de Verenigde Staten natuurlijk, waar anders? Het land van de onbegrensde mogelijkheden. En het land dat zojuist Trump als president heeft geïnaugureerd. Maar ook het land dat de afgelopen jaren een bierrevolutie ontketende die ook naar Europa is overgewaaid. Wij ontdekten een nieuwe trend, nu alleen nog in de VS, maar binnenkort ook in Europa: Drink & Draw.

Je kunt natuurlijk je natuurlijk in allerlei bochten wringen en allerlei onmogelijke yogahoudingen aannemen, zoals de Garudasana, de Apanasana of de Dharunasana. Daar een biertje bij drinken schijnt heel mindful te werken voor. Maar wat hier van te denken: een potlood in je ene hand, een biertje in je andere hand en voor je ogen een naaktmodel. Is dat niet veel beter voor je geest? Veel mindfuller (als dat geen woord is, is het dat nu)? Dat is waar Drink & Draw om draait: je oefent je tekenkunsten en daarbij drink je een biertje. Je betaalt een tientje entrée en vervolgens is het bier gratis, en het naaktmodel ook. Zelfs voor het tekengerei kan worden gezorgd. 

Dit kun je nu alleen nog doen in het Bat Haus in Bushwick, New York, maar zou het niet fantastisch zijn als dit idee ook in Nederland zou worden opgepikt? Het is simpel, het is fun en daarbij ook nog eens leerzaam. Alles wat je nodig hebt, is een ruimte met wat tafels, stoelen en tekenspullen,  een ruime hoeveelheid koud bier en een warm naaktmodel. Wij kunnen niet wachten en zitten al klaar met ons potlood, papier en bier.

 

Leven in de brouwerij: APA en Rauch

Je eigen bier brouwen is hartstikke leuk en helemaal niet moeilijk. Het enige dat er moeilijk aan is, is goed bier brouwen. En wat nog moeilijker is, is dat ene goede bier nog een keer brouwen. Op dezelfde manier en met dezelfde smaak. Dat lukt eigenlijk nooit. Maar daar gaat het ons ook niet om. Wij gaan voor een dag lol en ontspanning,  een dag met onze handen werken, onze mouwen opstropen en met onze voeten in de figuurlijke klei staan.

Je bent er een hele dag mee bezig en dan moet je nog weken wachten voordat je het kunt drinken. Pas na de vergisting, de lagering en het bottelen, is je bier 'op dronk'. In december brouwden wij twee bieren in batches van 22-23 liter: een American Pale Ale (APA) en een Rauch. Hoe smaken ze? Best goed. Wil je het ook eens proeven? Dat kan. Kom maar een langs als je durft.

De inspiratie voor de APA deden wij op tijdens een rondreis door Oost-Europa. In Polen, Hongarije, Servië, Kroatië en Slovenië maken de craft brewers (een verschrikkelijke term) eerder een APA dan een IPA. Het alcoholpercentage van de APA ligt met gemiddeld 5% iets lager dan zijn broertje, de IPA. En dat is een voordeel, want in Oost-Europa drink je je bier steevast uit halve liter glazen. Dus kun je er iets meer van drinken. En dat is wel een voordeel in de snikhete Oost-Europese zon. De APA onderscheidt zich van zijn Britse en andere Europese evenknieën door het gebruik van Amerikaanse hoppen, meestal Cascade. Onze APA kwam uit op 4,5% en werd gebrouwen met een mix van viennamout, pilsmout en caramout. Als hop gebruikten wij cascade hop, zowel als bitter-, aroma- en dryhop.

De inspiratie voor het tweede bier, de Rauch, kwam natuurlijk uit Bamberg (Duitsland), het ultieme bierparadijs op aarde, waar we al vele malen geweest zijn, maar daarover later meer. We baseerden ons recept op het rauchbier van Schlenkerla. Dit donkere bier van iets meer dan 5% brouwden we met een mix van pilsmout, rookmout (Wyerman), caramout en zwartmout. Voor de hop gebruikten we Northern Brewer en Spalter, maar de hop is eigenlijk ondergeschikt in dit bier. Het gaat om de rooksmaak en de geur van vette worst. Dit klinkt heftiger dan dat het in de praktijk is. Als het bier in mooi balans is, smaakt het subtieler dan dat het ruikt. Proost!

 

‘Pils is makkelijk om te brouwen’

In het nieuws: de smaak van een Heineken-biertje is overal ter wereld hetzelfde. Heineken zelf leek nogal verrast dat hun bier overal hetzelfde smaakte. Maar dat was natuurlijk geen nieuws, maar iets dat allang bekend was. Een kwestie van overal op aarde dezelfde omstandigheden creëren: goede apparatuur en dezelfde grondstoffen (water, mout, hop en gist) gebruiken. Een kind kan de was doen.

De natuur heeft daar helemaal geen invloed meer op. Het maakt niet uit hoe warm of koud het buiten is, of regent of droog is, of het stormt of niet, of je nu in Zoeterwoude zit of in Addis Abbeba. Het bier in de ketels merkt daar niets van. De natuur is keurig netjes afgesloten van het brouwproces. En dat is maar goed ook,  want de natuur kun je er beter niet bij hebben als je aan het brouwen bent.

Het is natuurlijk razend knap dat Heineken dit kan. Maar dat gaat het niet om. Even verderop in het artikel staat dat pils - het 'gewone' biertje zoals ik dat iemand dat laatst hoorde zeggen - nog immer het populairste bier is onder bierdrinkers. Dit ondanks het feit dat speciaalbier steeds populairder lijkt te worden. Zeker 80% van al het gedronken bier in Nederland is nog steeds pils.

Nog steeds niets aan de hand. Een waarheid als een koe. Maar dan komt het. Dan gooit de brouwer er de volgende quote in: "Iedereen praat nu over craft beer (lokale bieren), speciaalbier en de kunst van brouwen, maar het pils is één van de, zo niet hét, moeilijkste bier om te brouwen, omdat het zo puur is en wij het sinds de negentiende eeuw met slechts vier ingrediënten brouwen".

We kennen die quote, die horen we al jaren, vooral uit de marketeerfabriek van Heineken. Is pils werkelijk zo moeilijk om te brouwen? Het simpele antwoord luidt: NEE. Nee, pils is helemaal niet moeilijk om te brouwen. Met neme gerstemout, water, hop en gist en daar brouw je een goedje van. Dat laat je vergisten tegen een lage temperatuur en je zorgt er voor dat het bier zo helder mogelijk wordt. Waarom dat laatste zo belangrijk is, wordt niet duidelijk. Helder bier heeft minder smaak dan troebel bier, dat is wel een wetmatigheid.

Simpel. Meer is het niet. Ook hier kan een kind de was doen. Wat is er dan zo moeilijk aan pils brouwen? Niet omdat het zo puur (zuiver, onvermengd, onverdund, onvervalst, louter, ongerept en maagdelijk) is. Of omdat het met slechts vier ingrediënten wordt gebrouwen .Nee, dat is niet de reden. De reden is dat het altijd en overal hetzelfde moet smaken. Of je nu thuis op de bank, of in je stamkroeg of voor mijn part in Addis Abbeda of Lutjebroek, het moet hetzelfde smaken.

Over smaak valt te twisten. Dat pils moeilijk te brouwen is omdat het altijd hetzelfde moet smaken, dat is een waarheid als een koe. Dat pils een bier is met weinig grond- en dus smaakstoffen, dat is ook een waarheid als een koe. Maar nee, pils is niet moeilijk om te brouwen. 'Pils is makkelijk om te brouwen', aldus deze brouwer.

Woordblubber: ambachtelijk, puur, eerlijk en authentiek

Bij de Aldi kun je rijk gevulde truffelpasta kopen. Dat klinkt heerlijk, moeten we eerlijk toegeven. Wij zijn dol op truffels en ook op pasta en die twee combineren moet wel zijn alsof er een engel op je tong piest. Rijk gevuld, ja dat zeker, maar alleen niet met truffels. Natuurlijk niet, want die zijn veel te duur. Onder ‘rijk gevuld’ verstaat de Aldi namelijk dat er wel 0,0006 procent truffel in de pasta zit. De Aldi sleepte daarmee de prijs van het meest misleidende voedselproduct in de Nederlandse supermarkten in de wacht.

Maar genoeg over de truffelpaste van de Aldi. Er zijn genoeg andere zaken om ons aan te ergeren. Gelukkig maar. Denk maar aan die brouwer van Brewdog uit Schotland die enige jaren geleden in een café in Amsterdam een gepassioneerd betoog afstak tegen de Man, in dit geval niet de overheid, maar de grote brouwers. Luid juichend werd hij door een hysterische menigte ingehaald als de nieuwe paus en Sinterklaas tegelijk en wij klapten en brulden net zo hard mee. Jaren later heeft Brewdog in bijna 30 steden in Engeland een bar, en daarnaast nog eens 12 bars all over the world, zoals Barcelona, Brussel en Helsinki. En nog zijn ze niet klaar. Er staan nog 4 bars op de planning, waaronder eentje in Berlijn en eentje in Rome. Brewdog is de Man geworden. Ze hebben zichzelf verMand. 

We juichen dus niet meer zo snel, want kleine brouwers worden groot, immens groot. Wantrouwend kijken we naar al die kleine brouwertjes die zichzelf zo schattig tot craft brewers uitroepen. Ambachtelijk, puur, eerlijk en authentiek, noemen ze zichzelf. Loze, holle frasen die te pas en te onpas door met name marketeers worden misbruikt. Woordblubber is het.  Woordinflatie van de ergste soort. Het is tijd om terug te gaan naar de echte betekenis, naar duiding en de mythe van de kleine brouwerijen voor eens en voor altijd door te prikken. 

Ambachtelijk, daar begint het al mee. Letterlijk betekent dit dat een product op de originele of traditionele manier wordt gemaakt. Met andere woorden: ze dragen het zweet en de liefde in zich en zijn uniek omdat de ambachtsman – de brouwer - eigenhandig aandacht er aan heeft geschonken. Dat klinkt mooi hè? Het is het beeld van de brouwer die voor dag en dauw opstaat en in zijn eigen potten en pannen staat te roeren. Helaas, de werkelijkheid is anders. De brouwer van nu staat rond een uurtje of tien op, drinkt zijn koffie, opent zijn laptop en start het brouwproces met een simpele druk op de knop. Alles gaat automatisch en computergestuurd. Zo rond een uurtje of drie gaat hij eens kijken in de brouwerij en drukt aldaar op wat knoppen. Het huidige brouwen heeft weinig origineels of traditioneels in zich.

Authentiek dan, dat betekent eigen gemaakt, echt, betrouwbaar en origineel. Eigen gemaakt is vaak al discutabel. Veel huurbrouwers sturen hun recept op en komen nooit in de buurt van echte ketels. En originaliteit is vaak ook ver te zoeken. Weer een tripel, weer een dubbel, weer een witbier en weer een IPA. De Nederlandse bierwereld kopieert en varieert. Daar is niets mis mee, maar waar is toch dat echte Nederlandse authentieke bier?  

We strepen ambachtelijk en authentiek door en gaan door naar ‘puur’ en 'eerlijk;'. Puur betekent zuiver, onvervalst, louter, onverdund, onvermengd of ja zelfs ongerept en maagdelijk. Eerlijk betekent zonder leugens, zonder bedrog. Zo is een puur meisje een meisje dat nog niet is aangeraakt door wellustige mannen en door hen bevlekt. En bij een puur bier kun je je voorstellen dat dit een bier is dat zuiver is; waar niets aan toegevoegd is en dat het niet is verdund of vermengd. En eerlijk bier is een bier waar niet over wordt gelogen, dus ambachtelijk is ook echt ambachtelijk, en authentiek is authentiek.  

Als je jezelf puur en eerlijk verklaart, verklaar je de ander dus onzuiver, vals en oneerlijk. Zij zijn groot en ik is klein en dat is niet eerlijk, dat niveau. Maar is dat wel zo? Zijn kleine brouwers wel zo puur en eerlijk? Ik vraag het me af. Wat ik in ieder geval weet, is dat ik de hoofdprijs voor hun product moet betalen. Dat vind ik nou weer niet eerlijk. En in veel gevallen weet ik niet eens of het een brouwer of een huurbrouwer betreft en waar het bier dus vandaan komt (meestal ergens uit België).  Wat is er puur en eerlijk aan om jezelf ambachtelijk en authentiek te noemen als je dat niet kunt waarmaken?

Ambachtelijk, puur, eerlijk, authentiek. Het is woordblubber. De taal van de marketeer. Woorden die alleen hun betekenis en waarde hebben verloren. Net als 'biologisch' en 'koolhydraten'. Of 'duurzaam' en 'scharreleieren'. De brouwer die deze woorden gebruikt kan ik niet meer serieus nemen, die lach ik hard uit. Recht in zijn gezicht!

Er zijn teveel cafés

Er zijn teveel cafés

De Horecava 2016 was nog maar nauwelijks begonnen of het bericht kwam naar buiten dat cafés in Nederland het zwaar hebben. Dat gebeurt bijna ieder jaar en ook dit jaar was daarop geen uitzondering. Het CBS (Centraal Bureau voor de Statistiek) meldde dat waar andere traditionele horeca, zoals restaurants en hotels, zich hebben hersteld van de crisis, onze cafés ver achter zijn gebleven. Het CBS concludeerde dit uit haar waarneming dat de omzet van cafés in de eerste drie kwartalen van 2015 7 procent onder het niveau van het topjaar 2007 lag, terwijl restaurants en hotels juist weer terug zijn op het oude niveau van 2007.

Hoe kan dat? Wat is hier aan de hand? Wat hebben restaurants en hotels wat cafés niet hebben? Zijn 'onze' cafés in gevaar? Moeten we de barricades op om 'onze' cafés te redden? Of zijn ze al niet meer te redden?

Omzet bestaat uit prijs en volume. Laten we eens naar de prijs kijken. De prijzen in cafés lagen in 2015 volgens het CBS ruim een kwart hoger dan in 2007. Dat is opmerkelijk, want deze prijsstijging was hoger dan bij andere horeca en ook hoger dan het algemene inflatieniveau in Nederland in die periode. Veel vingers wijzen meteen naar de overheid die om de schatkist te spekken BTW- en accijnsverhogingen heeft doorgevoerd, maar het effect daarvan op de prijs is slechts beperkt en geldt bovendien ook voor restaurants en hotels.

Geen enkele vinger wijst naar de werkelijke oorzaak: brouwerijcontracten en brouwerijen - groot en klein - die jaarlijks hun prijzen verhogen in de horeca, Uit een onderzoek van enige jaren geleden bleek dat horecaondernemers tweemaal zoveel moeten betalen voor hun bier in vergelijking met supermarkten. Kunstmatig hoge prijzen werken verlammend in de markt en houden cafés in een wurggreep. 

Dan het volume. Het volume van de café-omzet lag in 2015 ruim een kwart onder het niveau van 2007. Ook hier wijzen de vingers meteen naar de overheid: het rookverbod en de verhoging van de leeftijd voor het drinken van alcohol naar 18 jaar. Ook zijn er andere concurrrenten op de horecamarkt bijgekomen, zoals dorpshuizen, zorginstellingen en detailhandel. Dat zijn inderdaad factoren die het cafébezoek niet hebben aangemoedigd en eerder hebben ontmoedigd. Maar er is meer. De prijsverhogingen die jaar en jaar zijn doorgevoerd hebben ook een effect gehad op het aantal bezoekers en daarmee op het niveau. Cafébezoekers zijn niet gek. Zij kunnen hun geld maar één keer uitgeven.

Hoe groot deze effecten individueel zijn, is moeilijk te zeggen, maar we kunnen stellen dat het rookverbod, de alcoholleeftijd en de toegenomen concurrentie door toetreders veel minder invloed hebben gehad dan de prijsverhogingen. Het is struisvogelpolitiek om dit effect te blijven ontkennen. Brouwerijen en horecaondernemers zouden moeten erkennen dat de prijzen in de horeca te hoog zijn en omlaag moeten.

De gevolgen laten zich raden: lege cafés en een groot aantal sluitingen. In 2008 telde Nederland nog ruim 13 duizend cafés. Begin 2015 was dit aantal met 13 procent gedaald tot ruim 11 duizend. De grootste dalingen deden zich in deze periode voor in de provincies Groningen, Drenthe en Limburg waar het aantal cafévestigingen met ruim 20 procent terugliep. Flevoland was de enige provincie met een toename van het aantal cafés.

Het is onvermijdelijk dat er de komende jaren nog veel meer cafés hun deuren zullen sluiten. Het platteland loopt leeg en de kroeg heeft daar nauwelijks toekomst meer. Mensen drinken hun drankje meer en meer thuis, daardoor aangemoedigd door brouwerij en supermarkt. In grote steden en in uitgaanscentra zijn nog veel mogelijkheden, maar horecondernemers moeten daar wel creatief en innovatief. En concurrerend met hun prijzen.