Biersommelier op de radio!

Luister hier terug hoe onze biersommelier Thera commentaar geeft op de stelling dat je bier beter in de ochtend kunt proeven en hoe ze het beter weet dan een smaakprofessor en een hoogleraar sensoriek en eetgedrag. Maar dat is logisch, wat weten die nou helemaal van bier.

Als gediplomeerd biersommelier herkent ze zich in de stelling. Ze geeft voor Follow the Beer regelmatig proeverijen. Die zijn vooral ’s avonds. Toch geeft ze zelf de voorkeur aan proeven in de ochtend: “Als je professioneel proeft voor een juryrapport of een echte keuring dan is tien uur ’s ochtends echt een goed tijdstip om te proeven. Je ontbijt is dan al een tijdje geleden en je bent nog niet aan je lunch toe. Dus je zit op een neutraal punt tussen ontbijt en lunch in, waarin je smaakpapillen het beste op scherp staan.”

De 6e smaak: alcohol

Over de gehele wereld is men het er wel over eens dat onze smaakpapillen 4 basissmaken onderscheiden: zout, zoet, zuur en bitter. Ook over de 5e basissmaak bestaat inmiddels ook wijdverbreide consensus. Die noemen we umami en komt van oorsprong uit Japan, waar het 'heerlijkheid' of 'hartig' betekent. Follow the Beer voegt daar vandaag voor ons geliefde bier een 6e basissmaak aan toe: alcohol, een toevoeging met mogelijk verregaande gevolgen.

Een basissmaak voeg je niet zomaar toe. Een basissmaak moet namelijk aan een aantal eisen voldoen. Zo moet een basissmaak een unieke chemische samenstelling hebben en specifieke sensoren op de smaakpapillen in onze mond beroeren. Tenslotte moeten mensen deze smaak ook echt herkennen. En dat laatste is vaak een lastige. Zout is zout, zoet is zoet, zuur is zuur, bitter is bitter en ook umami weten de meeste mensen tegenwoordig wel te herkennen, maar de zoektocht naar de 6e basissmaak blijft nog volop gaande.

Smaak of basissmaak

Smaak heeft te maken met de totale impressie van een voedingsproduct. Dit vindt niet uitsluitend in de mond plaats, zoals veel mensen denken. Ook de neus speelt hierbij een voorname rol. Proeven is een subtiel samenspel tussen mond en neus. De waarneming die in onze mond plaatsvindt op onze smaakpapillen noemen we de basissmaken, ook wel gustatie genoemd.

De herkenning van smaken met onze neus noemen we daarentegen het aroma. Aroma kun je niet alleen waarnemen met de neus, maar ook door te proeven achter in de keel. Doorslikken dus. Het Engelse woord 'flavour' is de naam voor basissmaak en aroma samen. Soms worden ook nog andere ervaringen toegevoegd, zoals pijn, temperatuur en mondgevoel.

Vet is geen smaak, spicy ook niet

Sommige onderzoekers beweren dat oleogustus, oftewel vet, de 6e smaak zou moeten zijn, terwijl anderen dit juist alleen maar een ietwat plakkerig, weeïg mondgevoel vinden. Het is de discussie tussen wat proef je (vetzuren) en wat ervaar je in je mond, een discussie waar vooralsnog geen einde aan komt. Vet blijft hiermee voor altijd en eeuwig omstreden als 6e basissmaak.

In Vietnam halen daar de schouders bij op. Crazy trangs (=blanken), hoor en zie je ze daar denken als je hun eeuwig lachende gezichten ziet. Voor de Vietnamees is het duidelijk: 'spicy' is de 6e smaak. Dat heet ook wel 'pungent', oftewel heet of scherp. Niet vreemd in een land waar chilipepers en scherpe kruiden en specerijen zo overdadig aanwezig zijn. Overigens nemen ze in Vietnam het Japanse umami ook niet al te serieus als basissmaak. Als nummer 5 nemen ze daar liever 'astringent', dat losjes kan worden vertaald als samentrekkend. Het gaat hierbij om groenten, fruit en kruiden die absorberen en verkoelen.

De Vietnamezen gooien alles op één hoop en maken dus geen verschil tussen 'taste', de smaak die in de mond wordt waargenomen, en 'flavour', de smaak die anders en/of elders wordt waargenomen, zoals geur (aroma), maar ook pijn (chili pepers), temperatuur (mentol) en mondgevoel/textuur (vet). Maar dit verschil is bij een basissmaak juist wel belangrijk, het gaat om de waarneming door onze smaakpapillen in onze mond. Ook spicy valt daarmee af als basissmaak. Sorry, lieve Vietnameze mensen.

Wat is alcohol?

We laten de Vietnamezen voor wat ze zijn en gaan terug naar de alcohol, onze eigen 6e basissmaak. Alcohol, ook wel alkanol en vroeger carbinol genaamd, kennen we vanuit de scheikunde als een organische verbinding van een hydroxylgroep (groep bestaande uit een zuurstof- en een waterstofatoom, oftwel een -OH-groep) met een organische koolstofketen (aaneenschakeling van koolstofatomen, oftwel C). Opmerkelijk genoeg is het woord alcohol afkomstig uit het Arabisch, dat wordt gesproken door een bevolkingsgroep die over het algemeen weinig op heeft met alcohol.

De eenvoudigste alcohol die we kennen is methanol (CH3OH), maar dat is eigenlijk een giftig bijproduct en niet geschikt voor menselijke consumptie. Er zijn nog veel meer alcoholen, zoals propanol, butanol en glycerine. Wij gaan het echter hebben over de bekendste alcohol van allemaal, te weten ethanol (C2H5OH). Dit is de alcohol die in alcoholische dranken zoals bier, wijn en sterke drank zit, dat is de alcohol die geschikt is voor menselijke consumptie, de alcohol die we zo liefhebben en die tegenwoordig zo wordt verfoeid door de Blauwe Knoop.

De smaak van alcohol

Alcohol (lees: ethanol) is weliswaar geur- en reukloos, maar in tegenstelling tot wat vaak wordt beweerd niet smaakloos. Ethanol heeft wel degelijk een smaak. Deze is echter niet voor iedereen hetzelfde. Door sommigen wordt ethanol als bitter ervaren, door anderen juist weer als licht zoetig. Ook kent iedereen wel het 'branderige' gevoel in de keel (voorbij de mond) dat wordt ervaren bij een hoog alcoholpercentage.

Dat alcohol een smaak heeft, komen we ook tegen bij alcoholvrije en alcoholloze bieren die tegenwoordig een trend zijn. Deze zijn weliswaar de afgelopen jaren (sterk) verbeterd, maar missen iets wat alcoholhoudende bieren wel hebben: body. Een Heineken 0.0% is een prima alcoholvrij bier, maar het lijkt qua smaak in niets op de 'gewone' Heineken met 5,0% alcoholvolume. En dat geldt voor alle alcoholvrije bieren: prima drankjes, maar ze missen de smaak van alcohol.

Alcohol als basissmaak van bier

Alcohol voldoet aan de drie eisen die worden gesteld aan een basissmaak. Het heeft een unieke chemische samenstelling, in casu C2H5OH voor ethanol. Het wordt ook waargenomen op de smaakpapillen in onze mond, soms als een andere basissmaak (zoet, bitter), maar de smaak van alcohol kan het beste worden omschreven als alcohol. Mensen herkennen ook echt of een bier wel of geen alcohol bevat. Daar hoef je getrainde proever voor te zijn.

Je kunt wel in verwarring raken doordat alcohol ook andere effecten heeft: branderig gevoel in de keel (voorbij de smaakpapillen) en een effect in de hersenen. Wij stellen echter dat alcohol wel degelijk wordt waargenomen door onze smaakpapillen en daarmee kwalificeert als basissmaak.

 

Delfts Brouwhuis in wording

Op het Heilige Geestkerkhof vlak naast café De Oude Jan en restaurant Le Vieux Jean wordt momenteel druk gewerkt aan een nieuwe Delftse brouwerij, het Delfts Brouwhuis. Het pand waar de brouwerij zich zal gaan vestigen en waar jarenlang een Grieks restaurant was gevestigd, is niet toevallig. De Oude Jan, Le Vieux Jean en het nieuwe Brouwhuis behoren namelijk tot dezelfde groep en hebben dezelfde eigenaar.

Er is nog meer niet toevallig, of eigenlijk is dat juist wel toevallig. Bij archeologische opgravingen op het plein in 1983 werden resten gevonden van een brouwerij die omstreeks 1210 na Christus werd gedateerd en daarmee de oudste bekende brouwerij van Nederland zou zijn. We hebben dit niet gecheckt, dus we nemen deze mededeling maar voor kennisgeving aan. Delft heeft een rijke biergeschiedenis, lees hier meer daarover.

Het Delfts Brouwhuis opent naar verwachting haar deuren al in oktober haar deuren. Daartoe is nog een hoop werk te verrichten, zoals te zien is op de foto's. Het wordt de brouwerij van de stad, naast De Koperen Kat en de tweede vestiging van de Amsterdamse Bierfabriek in Delft. Naast het bier kun je er ook terecht voor een lunch en diner. Het wordt een plek voor iedereen, van student tot vader en zoon (en moeder en dochter niet te vergeten, beste mensen) en expat. Uiteraard zullen we na de opening zo snel mogelijk een kijkje gaan nemen.

20 jaar oude La Trappe Dubbel

Maderisatie van 20 jaar

Heel af en toe in het leven stuit je op iets onvoorstelbaar moois, bijna te mooi om waar te zijn, een pareltje voor de tong en een bierschat van onschatbare waarde. Het betrof hier een kruik La Trappe Dubbel uit februari 1998 die door familie werd gevonden op een rommelmarkt en slechts € 2,00 kostte. Nog langer bewaren zou zonde zijn geweest. Of misschien juist wel niet. In ieder geval werd de fles geopend op vrijdag 5 oktober jongstleden.

We vergezelden de oude La Trappe Dubbel niet alleen van een kaasplankje, maar ook van een jonge La Trappe Dubbel (2018). Dit om de smaakverschillen en smaakontwikkelingen goed te kunnen volgen. De conclusies: La Trappe Dubbel is na 20 jaar nog steeds te drinken. Weliswaar is de koolzuur bijna geheel verdwenen, ontbreekt de schuimkraag, maar het bier was prachtig gemaderiseerd, wat een zoete, bijna portachtige smaak oplevert.

Maderiseren verwijst naar de lange bewaring in een oxidatief milieu van Madeira wijnen. Soms verloopt dit proces goed en ontstaat er moois, maar soms ook niet en blijft er een verlepte geur en een futloze smaak over. Zo niet bij deze La Trappe Dubbel, die ondanks zijn wat lage alcoholvolume (6,5% voor de oude en 7,0% voor de nieuwe) toch een mooie ontwikkeling heeft doorgemaakt.

Orval Proeverij Den Haag

Soms is het interessant en bovenal plezierig om eens een keer de andere kant van een proeverij bij te wonen. Je vaktechniek bijhouden, zo noemen ze dat ook wel. Dit keer een Orval proeverij waarbij de ontwikkeling van het bier centraal stond. Door het gebruik van brettanomyces gist en dry hopping maakt dit trappistenbier een smaakontwikkeling door. Van frisfruitig naar droog en zuur.

Tijdens de proeverij kwamen achtereenvolgens basis-Orval en jonge en oude Orval aan bod. Deze werden 'gepaird' met andere bieren (IPA, oude geuze) en een single malt whisky uit de Speyside. De winnaar? Orval natuurlijk!

 

Leven in de brouwerij: Ooo-de-Kolonje

Met trots presenteert Follow the Beer haar nieuwe bier,  de Ooo-de-Kolonje Kölsch-achtig Vollbier. Dit noemen wij geen Kölsch, want deze bierstijl is als regionale bierspecialiteit beschermd door de EU, maar als een Kölsch-achtig bier. Natuurlijk is het wel een Kölsch-achtig bier, het komt alleen niet uit Keulen, maar uit de regio Den Haag.

Daar komen we ook prima mee weg, want wij zijn maar simpele thuisbrouwers. In onze eigen huiskamer mogen we doen en laten wat we willen. En bovendien gebruikten wij, door een foutje in de inkoop, rogge in plaats van tarwe (tarwe is niet voorgeschreven door de Kölsch Konvention, maar kom je wel in alle recepturen tegen), filterden wij zoals alle thuisbrouwers maar matig waardoor de helderheid van de Ooo-de-Kolonje ook maar matig is en is het ook maar de vraag of onze graad van vergisting hoog genoeg was om de gewenste droogheid van het bier te bereiken. Ook gebruikten wij natuurlijk geen Keuls water, de letterlijke betekenis van Eau de Cologne.

Desalniettemin is het resultaat een echt, eerlijk Duits bier zonder rare craft beer fratsen. De woorden van Hans Teeuwen zeggen hierbij alles:

Duits bier! Duits bier! Duits bier! En lekkere worst
De worst is voor de honger. En het bier is voor de dorst

Kölsch Konvention

De Kölsch Konvention regelt welk bier zich Kölsch mag noemen en bevat ook gemeenschappelijke regels voor de productie en distributie van het Kölsch-bier waaraan de Kölsch-brouwerijen moeten voldoen. In mei/juni 1985 werd de Kölsch Konvention door de Bundeskartellamt goedgekeurd en vervolgens gepubliceerd in de Duitse staatscourant. In maart 1986 werd de Kölsch Konvention definitief bekrachtigd door de ondertekening ervan in het Excelsior Hotel Ernst door het bestuur van het Verbond van de 24 Kölsch-brouwerijen.

Het bleef niet alleen bij Duitse wetgeving, sinds 1997 wordt het begrip Kölsch ook als regionale bierspecialiteit door de EU beschermd. Hiermee is niet alleen bepaald wat voor bierstijl Kölsch is, maar ook waar het vandaan en welke brouwerijen het mogen brouwen.

De bierstijl Kölsch

Op basis van de Kölsch Konvention moet een Kölsch aan de volgende eisen voldoen:

  • Het is een Vollbier, een bier met een stamwortgehalte tussen de 11 en 16;
  • Het heeft een alcoholgehalte van 4,8%;
  • Het heeft een gouden kleur;
  • Het is bovengistend;
  • Het is helder, dus gefilterd;
  • Het is 'schlank', wat betekent dat het een hoge graad vergisting kent waardoor een droog en weinig vol/moutig bier overblijft;
  • Het is hoppig.

Tegenwoordig zijn er ook ongefilterde versies van Kölsch toegestaan. Deze moeten één van de volgende toevoegingen krijgen: 'unfiltriert', 'hefetrub' of 'naturtrub'. Ook zijn de benamingen 'Ur-Kölsch' en 'Echt Kölsch' toegestaan.

Kölsch-brouwerijen

Van de 24 Kölsch-brouwerijen die in 1986 de Kölsch Konvention lieten ondertekenden zijn er hedentendage nog maar 11 Kölsch-brouwerijen over (bron: wikipedia, dus geen garantie voor de juistheid en/of volledigheid):

  • Privat-Brauerei Heinrich Reissdorf
  • Privatbrauerei Gaffel Becker & Co (door ons bezocht)
  • Cölner Hofbräu Früh
  • Brauerei & Brennerei Gebrüder Sünner
  • Haus Kölscher Brautradition (behoort tot de Radeberger groep)
  • Brauerei zur Malzmühle
  • Hausbrauerei Päffgen (door ons bezocht)
  • Brauerei Heller
  • Erzquell-Brauerei Haas & co in Wiehl-Bielstein
  • Brauhaus Hintermeier in Frechen-Hücheln
  • Privatbrauerei Bisschoff in Weilerhof

 

Branding van Brand: Zwaar Blond wordt Blond

In de schappen van de supermarkt is recentelijk een nieuw bier verschenen, Brand Blond: een blond bier van 8,5%. Verwarring alom. Had Brand niet al een blond bier van 8.5% in haar assortiment? Heette dat bier niet Brand Zwaar Blond? Kwam dat bier niet uit die hobbybrouwwedstrijd? Waar is dat bier gebleven? Follow the Beer dook dieper in het mysterie van Brand Zwaar Blond en Brand Blond.  

Wat is Brand Blond?

Geen paniek, aldus brouwerij Brand uit het Limburgse Wijlre (eigendom van Heineken). Dit is gewoon de Brand Zwaar Blond die een nieuwe naam heeft gekregen. Deze naam vond Brand beter bij de uitstraling van het bier passen. ‘Zwaar’ heeft nu eenmaal een negatieve lading. Door het woord ‘zwaar’ weg te laten, hoopt Brand beter te kunnen concurreren met andere Blond-bieren. Er is niets veranderd aan de receptuur, vervolgt de brouwer. Het is absoluut hetzelfde bier.

We namen de proef op de som en kochten zowel een flesje Zwaar Blond als Blond. Conclusie? Het is inderdaad hetzelfde bier. Er zijn geen smaakverschillen waar te nemen. Brand Blond is dus echt Brand Zwaar Blond. Of andersom. Het is maar hoe je er naar kijkt.

Is dat niet verwarrend?

Is dat niet verwarrend voor de consument (lees: niet de bierconsument, niet de bierliefhebber) dat Brand een Blond-bier op de markt zet van 8,5%, terwijl andere Blond-bieren meestal een lager alcoholpercentage van 6,0-6,5% hebben? Hoewel de vraag enigszins werd ontweken, kunnen we concluderen dat Brand dat kennelijk niet verwarrend vindt. We vroegen het ook aan concurrerende brouwerijen die een Blond bier op de markt brengen. Denk hierbij aan merken als La Trappe Blond, Grimbergen Blond, Leffe Blond en Brugse Zot Blond. Het bleef akelig stil aan de andere kant van de elektronische snelweg.

Daarom ons antwoord: ja, dat is verwarrend. Bij het biertype Blond, dat volgens sommige bierkenners helemaal niet bestaat, verwacht een consument een lager alcoholpercentage dan de 8,5% die Brand uit zijn ketels laat stromen.

Waarom doet Brand dit?

Om dit begrijpen moet je het historische perspectief kennen. De Brand Zwaar Blond was het resultaat van de tweede Brand Bierbrouwwedstrijd, een wedstrijd voor hobbybrouwers. Het bier van de winnaar werd voor het eerst op grote schaal gebrouwen en ook op de markt gebracht. Heineken, de eigenaar van Brand, mikte daarbij op een zwaar blond bier dat kon concurreren met andere blonde bier met hogere alcoholvolumes, zoals Duvel en La Chouffe, een bier dat dochter Brand nog niet in het assortiment had.

Even een zijpaadje. De eerste wedstrijd betrof de pilsener, een uitdaging voor de hobbybrouwer om een ondergistend pilsener te brouwen. Uit de tweede wedstrijd kwam dus de Zwaar Blond, die een relatief succes bleek te zijn en terecht ook een vaste waarde in het assortiment bleef. Daarna volgden met wisselende successen de IPA, de Saison, de Porter en de Session IPA. Zo lijken de IPA en de Saison niet echt op de oorspronkelijke bierstijlen. De Porter is goed gelukt, maar zal commercieel een lastig bier zijn. De Session IPA is nog maar net op de markt en moet zich nog bewijzen. Voor dit jaar staat de Gose, een Duitse biervariant die opvalt door zijn melkzuurgisting, door het toevoegen van zout en koriander en door het feit dat dit bier een uitzondering vormt op de Voorlopige Bierwet (het voormalige Reinheitsgebot). Ook dit bier zal commercieel een lastig bier zijn.

Dan terug naar de vraag waarom Brand dit doet met de Zwaar Blond/Blond. Het antwoord is simpel en overduidelijk: uit commerciële overwegingen. Er is simpelweg meer markt te winnen bij de Blond-bieren dan bij hun zware evenknieën, de Zware Blonden. Daar is niets mis mee, maar het is wel verwarrend voor de consument.

Leven in de brouwerij: Mango Gose

Ooit streed Brewdog als craft brewertje tegen The Man (slang voor de overheid en grote bedrijven, en in dit geval de grote machtige brouwerijen). Maar die tijden zijn allang vervlogen. Brewdog is inmiddels zelf The Man geworden en is uitgegroeid tot een groot concern met twee brouwerijen (eentje in Schotland en eentje in de VS) en meer dan 30 cafés (bars zoals ze dat zelf noemen) in Groot-Brittannië en bijna 20 cafés in de rest van de wereld (vooral Europa). Dat aantal groeit nog steeds.

Niet vreemd dat wij de bieren van Brewdog steeds vaker links laten liggen. Het is teveel een brand geworden en te weinig craft. Toch kan Brewdog ons ook nog weleens verrassen. Zo was daar vorig jaar de DYI Dog 2017, een brochure met recepten van alle 262 bieren die Brewdog tot dan toe had gemaakt. Als thuisbrouwer trekt dat natuurlijk wel de aandacht, want dat is ook relatief uniek in de brouwwereld. De meeste professionele brouwers doen nogal geheimzinnig over de receptuur van hun bier.

Follow the Beer pakte de handschoen en waagde zich aan het brouwen van één van deze bieren: de Mango Gose.Deze zullen wij niet inzenden bij de Brand Bierbrouwwedstrijd. Het is puur toeval dat onze Gose en de Brand Bierbrouwwedstrijd samenvallen. Onze Gose was al langer in onze brouwplanning opgenomen. En wij zijn ook niet overtuigd dat onze Gose een echte Gose mag worden genoemd. Niet alleen omdat wij geen melkzuurgisting hebben toegepast, maar ook omdat wij - in navolging van Brewdog - er echte mango's in hebben verwerkt, hetgeen niet is toegestaan in de wedstrijd.

Een Gose kun je niet brouwen zonder dat je weet hoe een echte Gose wordt gemaakt en hoe die smaakt.  En dan doe je het liefst zo dicht mogelijk bij de bron, in Gose-land waar de Gose vandaan komt (te weten Goslar en Leipzig). Want dit is een Gose: een bier van gerste- en tarwemout, dat een melkzuurgisting heeft ondergaan en waaraan zout en koriander is toegevoegd. Door de laatste toevoegingen vormt de Gose een van de weinige toegestane uitzonderingen op de Voorlopige Bierwet (de huidige naam van het oeroude Reinheitsgebot).

Dat Brewdog wel erg losjes met zijn eigen 'Gose' is omgegaan, begint al bij de verhouding gerste- en tarwemout. Wij schrapten de dark crystal en gebruikten iets minder cara crystal daarvoor in de plaats. Tevens pasten wij een verhouding van 75%-25% in gerste- versus tarwemout toe (in de wedstrijd gaat men uit van 40% tarwe). Ook de moutstorting van Brewdog is hoger dan die van hun Duitse broeders, die hun Gose op een enkele uitzondering na, niet boven de 5% alcoholvolume laten komen. Brewdog lapt dit aan zijn laars en mikt op een alcoholvolume van 6,4%. Hier volgden wij Brewdog.

Het werd pas echt gek bij de gebruikte hopsoorten. Brewdog gebruikt zowel Sorachi als Amarillo voor de aroma- als de bitterhop. Wij kozen daarentegen voor edele hopsoorten (Saaz en Brewers Gold) in de hoop daarmee dichter in de buurt van de originele Gose te blijven. En omdat wij geen beschikking hebben over apparatuur om melkzuurgisting (malolactische gisting) tot stand te brengen, moesten wij als thuisbrouwertjes hier een beetje valsspelen en kozen we noodgedwongen om bij de moutstorting - net als bij de wedstrijd - zuurmout te gebruiken, waardoor het maischen veel langer in beslag nam.

Bij de toevoegingen van zout en koriander werd het nog gekker. Nergens in de receptuur van Brewdog wordt vermeld, terwijl dit toch een kenmerkend en onderscheidend is voor deze biersoort. Zonder zout en koriander geen Gose, zou je zeggen. Zou Brewdog echt geen zout en koriander hebben gebruikt? Dat kun je je bijna niet voorstellen. We hebben het niet nagevraagd en er voor gekozen om dit alsnog wel toe te voegen.

Dan de Mango's, weer een moderne twist van Brewdog en natuurlijk onbespreekbaar in een echte Gose in het puriteinse Duitsland. Wij kochten zeven mango's voor 1 euro op de Haagse Markt. Ook hier weer volop keuzes: koude toevoeging, eerst koken, eerst invriezen, stukjes of pureren. Wij kozen voor de koude toevoegingen in stukjes. Het werden slechts 5 mango's, want 2 waren overrijp. Zo gaat als thuisbrouwer: je hebt niet alles in de hand en dat is maar goed ook. De nagisting in de lagertanks kwam snel weer op gang omdat door de suikers van de mango weer extra alcohol en koolzuur wordt gevormd.

Nog een paar weken wachten en dan is het zover: onze Mango Gose zal dan klaar zijn. Is het nog een echte Gose? Waarschijnlijk niet, want het toevoegen van mango's is natuurlijk uit den boze bij onze oosterburen. Wat wel zeker is, is dat onze Gose meer een Gose is dan die van Brewdog. Je kunt je afvragen wat ze bij Brewdog hebben gedacht toen zij hun Gose maakten. Iets van: 'Ach kom, laten we weer eens een bierstijl een twist geven. Wat kan ons het bommen?'

Rootz at the Harbour gesloten

Follow the Beer merkte het al tijdens een bierwandeling twee weken geleden: Rootz at the Harbour heeft haar deuren gesloten. Dit blijt niet alleen uit berichtgeving op lokale Haagse media, maar is inmiddels ook bevestigd door Rootz zelf. Er is nog meer nieuws. Ook de Sportclub Rootz bij het The Hague beach stadium (zomer 2017) keert dit jaar niet meer terug.

Rootz at the Harbour in de haven van Scheveningen was het jongere zusje (sinds mei 2016) van Rootz in het centrum. Het biercafé-restaurant met een bierkaart van meer dan 300 Nederlandse en Belgische bieren is verkocht aan de eigenaar van Milú, een restaurant in de binnenstad van Den Haag. Dit nieuwe restaurant zal op 1 mei 2018 geopend worden. De naam is nog niet bekend, maar wat wel vrij zeker is, is dat we niet veel hoeven te verwachten van de bierkaart. Hoewel Milu zo'n 10 bieren op de tap en 20 bieren op fles op de kaart heeft staan, zijn dit toch vooral de usual suspects. Daar is nog wel wat werk aan de winkel. Of juist niet.

Over de redenen van het sluiten van de vestiging in de haven hult Rootz zich begrijperlijkerwijze in nevelen. Dat Rootz at the Harbour het niet heeft gered, is niet zo vreemd. De haven, en zeker dat deel van de haven waar Rootz at the Harbour was gevestigd, is en blijft een lastig horecagebied. In de zomer ligt iedereen op het strand of lounget in één van de vele strandtenten. En in de winter is er simpelweg te weinig aanloop voor de talloze horecaondernemingen. Alleen de horeca op de kop van de haven, waaronder Brouwcafé De Hofnar, is daar het hele jaar door succesvol. Tel daar nog eens bij op dat het terras van Rootz at the Harbour vrij klein was. Tel uit je verlies.

Follow the Beer zal Rootz at the Harbour missen, want wij dronken er graag een glas bier, vooral als een tussenstop op één van onze wandelingen.