Het kon natuurlijk niet uitblijven. Nadat eerder brouwerij 't IJ zijn ziel al verkocht aan de Duvel is nu een andere Nederlands brouwicoon ten prooi gevallen aan de klauwen van een grote brouwerij. In 2016 nam Bavaria (lees: het moederbedrijf Swinckels Family Brewers) al een 35%-minderheidsbelang in brouwerij De Molen had genomen en deze week werd bekend dat Bavaria nu 100% eigenaar is geworden van de wereldwijd vermaarde craftbrouwerij.
Swinckels op oorlogspad
Ze zijn lekker bezig, daar in Lieshout. In 1999 werden ze al - min of meer - eigenaar van La Trappe, met de nadruk op 'min of meer', omdat de constructie zodanig in elkaar werd geflanseld dat de monniken op papier nog steeds van alles te vertellen hadden over hun bier en het trappistenlogo gewoon nog kon blijven worden gevoerd. Slimme jongens, die trappistenboys. Ze doen geen mond open, maar vullen we hun zakken met ons bier.
Behalve het minderheidsbelang in De Molen deed Bavaria ook een duit in het Belgische brouwzakje met de inpalming van brouwerij Palm, dat onder andere de merken Palm, Steenbrugge en het door ons zo geliefde Rodenbach in zijn portefeuille heeft. In 2018 viel nog een voormalig icoon in de Nederlandse bierwereld in Brabantse handen: bierhandel Bier & Co uit Amsterdam dat decennia lang een onafhankelijke voorvechter was van het bier van kleine brouwerijen. Dat is niet meer. Kleine krakertjes worden groot en zijn veranderd in grote, dikke, commerciële mannen.
En nu is dus brouwerij De Molen, wereldwijd vermaard om zijn craft bieren, maar veel minder in Nederland, ten prooi gevallen aan de Lieshoutse brouwer.
Het grote waarom
Voor Bavaria is dat logisch. Grote brouwers hebben ook het succes van de craft beer revolutie opgemerkt en springen er en masse als een soort sprinkhanen bovenop. Lustig kopiëren ze de craft bieren en als ze de kans krijgen kopen ze gewoon de hele brouwerij op. Zo is het altijd gegaan en zo zal het altijd blijven gaan. Niets aan de hand. Eerst was er brouwerij 't IJ en nu dus De Molen. Wie zal volgen? De Texelse bierbrouwerij? Jopen uit Haarlem? Oedipus uit Amsterdam? Oersoep uit Nijmegen? Kompaan uit Den Haag? Dat jochie uit Den Helder die zulke leuke bieren maakt? Wie zal het zeggen? We weten het niet, maar zeker is dat overnames er altijd zullen zijn.
Voor brouwerij De Molen is het ook vrij logisch. De biermarkt met zijn 600 brouwerijen (of wannabe brouwerijhuurders) is verzadigd en om te groeien heb je een distributienetwerk nodig. En laten de grote brouwerijen daar nu net over beschikken. De craft beer revolutie is voorbij. De stofwolken zijn aan het optrekken. En het zicht is niet mooi. De komende tijd zal blijken of al die kleine brouwerij'tjes levensvatbaar zijn. Waarschijnlijk niet. Het is allemaal leuk en aaibaar, maar het is niet levensvatbaar. Het is allemaal te duur, niet creatief genoeg en de kwaliteit vaak te matig.
'Er verandert niets'
Op de foto bij het artikel kijken twee van de drie eigenaren van de Molen enigszins beduusd en bedremmeld voor zich uit. Je ziet ze denken: 'Er verandert niets, er verandert niets'. Een gelijkluidend bericht werd gelijktijdig uit de marketingmouw in Lieshout geschud: 'Er verandert niets. Heus niet. De brouwerij zal zijn identiteit behouden en de voormalige eigenaren blijven ook betrokken bij de betrokken'.
Niet jokkebrokken, heren. Natuurlijk verandert er wel iets. Er is al iets veranderd. Het Molenbier komt nu van een grote brouwerij. Ze zijn onderdeel van een internationaal concern met alle regels en wetmatigheden die daarbij horen. De ex-eigenaren zullen één voor één van het toneel verdwijnen in de komende jaren, de productie zal (elders) worden opgeschaald en tenslotte geheel worden overgeheveld. Dat kun je leuk vinden of niet, maar zo gaat dat nu eenmaal bij overnames.
Stel je toch voor dat je als echte bierliefhebber volgend jaar naar het Boreft Beer Festival gaat. Waar je voorheen altijd heerlijk kon neerkijken op de grote brouwers ben je nu ineens onderdeel daarvan. Ineens behoor je tot The Man. Er verandert niets, want alles is al veranderd!