Over Orval
Bij enkel en alleen de woorden trappistenbier en trappistenbrouwerij loopt het water al in de mond van menig bierliefhebber en beginnen zij spontaan te druppelen. De vraag is: waarom? Waarom doen God en bier het zo goed samen? Waarom koppelen wij bier zo graag aan religie, terwijl overal in ons land kerken leegstromen en in verband met permanente leegstand worden omgebouwd tot appartementencomplexen of verhuurd worden voor verschillende evenementen? Waarom, dat is de vraag.
- Het romantische idee dat monniken zelf het bier brouwen is een fabel. Zij zijn slechts 'betrokken' bij het brouwproces, maar wat die betrokkenheid inhoudt, daar doen ze het zwijgen toe. Het brouwen geschiedt meestal (of altijd) door professionele brouwers;
- Het trappistenlogo is ook al geen garantie voor de kwaliteit van trappistenbier. Het geeft slechts aan dat het voldoet aan drie voorwaarden van de Internationale Vereniging Trappist (gebrouwen binnen de muren van de abdij, onder toezicht van de kloostergemeenschap en de verdiende centjes moeten worden gebruikt voor het onderhoud van het klooster en voor sociale en goede doelen);
- Westvleteren is niet het beste bier van de wereld. Dat is ooit verzonnen door een zekere meneer Jackson. Het is zelfs niet het beste trappistenbier, dat is natuurlijk Orval;
- Er komen steeds meer trappistenbrouwerijen bij. De teller staat nu op 11 (6 in België, 2 in Nederland, 1 in Oostenrijk, 1 in Italië en 1 in de Verenigde Staten. Daar komt er deze zomer nog eentje bij uit Engeland (is al wel lid van de IVT, maar mag nog niet het logo voeren). Twee trappistenbieren (Mont des Cats uit Frankrijk en Cardena Tripel uit Spanje) mogen niet het logo voeren omdat ze elders worden gebrouwen;
- De opbrengst van het trappistenbier verdwijnt in de zakken van de monniken. Zij zouden hiermee het klooster moeten onderhouden en de rest besteden aan goede (sociale) doelen. Maar zoals wel vaker het geval is met de kerk: publieke verantwoording over de besteding van die centjes wordt niet afgelegd.
Eigenlijk wilden we helemaal niet naar Abdij Notre-Dame d'Orval, want een bezoek aan Orval heeft niet zoveel zin. Je krijgt de monniken en de brouwerij namelijk helemaal niet te zien. Daar zijn verschillende redenen voor. De monniken leven in afzondering en doen er voornamelijk het zwijgen toe. Je kunt je afvragen wat dat voor zin heeft. Het klinkt veel zinniger om juist wel te spreken. Juist in deze tijden. Maar wie zijn wij? Slechts armoedige stervelingen.
Ook het brouwhuis is net als het klooster zelf zo gesloten als een oester. Daar valt ook wel wat voor te zeggen. Orval werkt met brettanomyces (gist) en als er iets 'besmettelijk' is , dan zijn het wel deze wilde beestjes. Logisch dat de Orval-brouwers geen vreemdelingen over hun epoxy-vloeren willen hebben. Jammer, dat wel. Deze heilige graal van de veelal zo verketterde bierwereld hadden wij graag willen aanraken.
Het klooster kom je niet in, de monniken hebben zich achter muren teruggetrokken en doen er het zwijgen toe en ook het brouwhuis heeft zijn deuren gesloten voor bezoekers. Wat kun je dan wel doen? Voor een luttele 8 euro per persoon krijg je toegang tot slechts een deel van het terrein, het deel waar zich de ruïnes (de abdij werd compleet verwoest na de Franse Revolutie), de Mathildebron en het museum bevinden. Een deel van het museum richt zich op het brouwen. Let op, de foto's geven dus niet de brouwketels weer, dit is slechts oude apparatuur.
De monniken zwijgen niet alleen over hun religie, maar ook over het bier doen ze nogal spastisch en geheimzinnig. Nergens wordt vermeld welke hopsoorten worden gebruikt bij het brouwproces. Orval vermeldt slechts dat er 'bepaalde' hopsoorten worden gebruikt en dat er ook dryhopping wordt toegepast. Ook over de gebruikte gist blijft Orval vaag. Er wordt slechts vermeld dat het om een gecombineerde gisting gaat met een originele en een wilde gist.
Wat we wel weten? Het bier werd ontwikkeld door een Duitser met de lollige naam Pappenheimer. Het basisbier heeft het karakter van een Engelse ale. Er worden Duitse edele hopsoorten gebruikt bij het brouwen. De originele gist blijft onbekend, maar de wilde gist die wordt gebruikt is niet meer zo wild, maar wordt zorgvuldig opgekweekt en pas bij het bottelen, samen met vloeibare kandijsuiker, toegevoegd. Er is meer te vertellen over het brouwproces, maar daar komen we in een later stadium op terug. Wij gaan namelijk proberen het bier na te maken in onze eigen ketels.
Aan het einde van wat feitelijk niet meer is dan een museumbezoek wacht de winkel waar je van allerlei parafernalia kunt kopen, inclusief het zo door ons aanbeden bier. Je zult begrijpen dat wij nog een paar dozen van deze moderne aflaten hebben gekocht. Onze tere zieltjes zijn weer voor enige tijd gered!
Adres: Orval 1, 6823 Florenville, België, website
In de buurt
Een bezoek aan Orval moet gecombineerd worden met een bezoek aan A L'Ange Gardien dat aan de toegangsweg ligt op 100 meter van het klooster. Dit is de enige plek op aarde waar je als gewone sterveling een Groene Orval kunt drinken (3,5%, maar sinds 2013 4,2%). Deze lichtere, met water aangelengde, variant van de Orval wordt voornamelijk door monniken gedronken, hoewel we ons kunnen voorstellen dat sommigen onder hen zich vergrijpen aan het sterkere goedje.
Een bezoek aan Orval kun je goed combineren met een bezoek aan Florenville, een enigszins verloederd dorpje vol met vergane glorie. Hier adem je de echte Ardennen: prachtige natuur, veel bossen, bergen die vaak niet meer dan heuvels zijn, mosselen met friet en Orval, maar vaak ook een naargeestigheid die je snel beklemt. We hebben de obligate kanotocht over de niet zo wildwoest stromende Semois maar achterwege gelaten. De lust ontbrak. België verloor de halve finale van het zeer naburige Frankrijk. Voor even waren we Belg en Walloniër tegelijk en deelden we de kater.