Onder de loep #050: Nachtclub van In de Nacht

Brouwerij In de Nacht

Brouwerij In de Nacht werd in 2016 opgericht als brouwerijhuurder en is gevestigd in Weert (Limburg). De eigenaren hadden hiervoor een restaurant, volgden de StiBON bieropleiding en de Academie voor Gastronomie en brengen nu met veel passie bier op de markt. Als brouwerijhuurder kwamen ze onder andere terecht bij de Sallandse Landbier Brouwerij in Raalte en later bij de Weerter Stadsbrouwerij. En zoals bijna iedere brouwerijhuurder hebben ze ook plannen om hun eigen ketels aan te schaffen.

Nachtclub

De Nachtclub wordt aangeprezen als een bier voor mannen en vrouwen met ballen. En met ballen worden niet de testis van de man of de voorgevel van de vrouw bedoeld. Het gaat hier om spierballen. Een stoer bier voor stoere mannen en stoere vrouwen. Hoe zit dat? De Nachtclub wordt omschreven als een sterk (of zwaar) blond van maar liefst 11,5%. Ook de moutstorting is stoer. Er werden maar liefst 6 moutsoorten gebruikt bij het brouwen: pale ale, tarwe, haver, rogge, Vienna, Munich en Melanoidin. Vooral de laatste trekt de aandacht. Dit is een mout van zomergerst van hoge kwaliteit die een  intense moutigheid en tonen van honing en biscuit brengt. De hopstorting is wat minder stoer, maar toch komt de brouwer tot 3 hopsoorten: Brewers Gold, Cascade en Citra. Als toevoeging is een combinatie gebruikt van koriander, kardamom, limoenblad en sinaasappelschil. De brouwer geeft de volgende smaakomschrijving mee: veel smaak, zoet, bitter(tje), mout, honing in de geur en smaak, een bier om van te genieten en toch ook een bepaalde frisheid aan het eind.

Onze mening: 11,5% is natuurlijk stoer. Alleen een echte vent of moordwijf kan bieren van dit hoge alcoholvolume goed verwerken en toch nog rechtovereind blijven staan. Het is een bier dat de bokken van de schapen scheidt. Niet in de zin van de goeden en de kwaden, niet in de zin van de jongens en de meisjes, niet in de zin van de mannen en de vrouwen, maar in de zin van stoere mannen en vrouwen en iets minder stoere mannen en vrouwen. Er is overigens niets mis mee met iets minder stoer. Spierballen blinken nu eenmaal vaak niet uit door hun intelligentie. Wie niet sterk, moet slim zijn. Verder over het bier: de combinatie blond en zo hoog in de alcohol kom je niet vaak tegen, de brouwer is er in geslaagd om een zekere frisheid te behouden, zonder dat de plakkerige alcoholische moutigheid overheerst.

 

 

Het Gulpener Hopfest 2019

Sinds jaar en dag wordt de Gulpener hop op de tweede zondag van september geoogst tijdens het Gulpener Hopfest. Dan wordt niet alleen de hop geoogst, één van de basisingrediënten van de Gulpener bieren, maar dan wordt ook de Gulpener-vrijheid gevierd. En dit doet Gulpener het liefst met iedereen, met alle vrije denkers en eigen koersvaarders en alle bierliefhebbers. Het oogsten zelf is alleen voor intimi, zoals medewerkers, vrienden of familie van de brouwerij , dus je moet eerst zorgen dat je één van die drie wordt voordat je mag plukken. Het Gulpener Hopfest is wel voor iedereen toegangelijk.

Dit jaar vond het Gulpener Hopfest plaats op zondag 8 september. Follow the Beer was er bij en ging hand in hand met alle bierbitches. Zie hieronder een diashow voor een impressie van het Gulpener Hopfest 2019.

Brand Bierbrouwwedstrijd 2019 – Winterbier

Voor de 8e keer alweer werd dit jaar de Brand Bierbrouwwedstrijd gehouden. De finale was zaterdag 11 mei, nadat in de afgelopen jaargangen uitstapjes waren gemaakt naar andere locaties, gelukkig weer bij de Brand Bierbrouwerij in Wijlre (Limburg). De Brand Bierbrouwwedstrijd is weer thuis. De organisatie koos dit jaar voor de bierstijl winterbier, een donker en rijk bier en met een balans tussen moutzoetigheid, specerijen en fruitige/complexe gist.

Follow the Beer was er bij. Onze biersommelier nam plaats in de jury van bierkeurmeesters en bierkenners die de laatste bieren keurden en een winnaar uitriepen. Tot winnaar werd dit jaar Piet Reniers uitgeroepen die de voorwaarden van de wedstrijd nogal beperkend vond en liever zijn eigen Quadrupel had ingezonden. Hij mag samen met de meesterbrouwers van Brand een brouwsel maken in de grote ketels van Brand gebaseerd op de winnende receptuur en afhankelijk van de beschikbaarheid van de gebruikte ingrediënten waarbij Heineken zich het recht voorbehoudt om dit wel of niet op de markt te brengen.

Dit opschalen van het bier gebeurt met wisselend succes. De pilsener was een eenmalig bier en wordt niet meer uitgebracht. De saison, de porter en de gose leiden inmiddels een sluimerend bestaan en kom je nog zelden tegen. Dat is ook logisch. De saison en de gose zijn prima bieren, maar hebben alleen niet zo veel te doen met de bierstijlen die zij vertegenwoordigen. De porter daarentegen vonden wij een erg geslaagd bier, maar dit is een lastig bier voor het brede publiek waarop Brand mikt. De IPA en de session IPA kom je nog wel regelmatig tegen. Voor beide geldt dat geen uitgesproken IPA's zijn binnen de range van IPA-bieren. Het zijn allebei makkelijke instapbieren die je snel weer vergeet. En bij de uitreiking dronken wij de nieuwe IPA 0.0% van Brand, een IPA zonder alcohol, maar met meer aroma en body dan de reguliere IPA en de session IPA. Tot slot, de Zwaar Blond, het grote commerciële succesnummer van Brand.

Hierbij een overzicht van het illustere rijtje met de namen van de winnaars:

  • 2012 - Pilsener - Marc Vriens
  • 2013 - Zwaar blond - Jacques Bertens (inmiddels omgedoopt tot Brand Blond)
  • 2014 - IPA - Jeroen Free
  • 2015 - Saison - Bart Engel
  • 2016 - Porter - Dennis Pancras & Niels Bosman
  • 2017 - Session IPA - Jeroen Free
  • 2018 - Gose - Jens van Riel
  • 2019 - Winterbier - Piet Remiers

Volgend jaar is er weer editie van de Brand Brouwwedstrijd. Hopelijk is de finale dan ook weer in Wijlre bij de brouwerij zoals het hoort. En hopelijk kiezen ze volgend jaar voor een interessante bierstijl. Wie weet doet onze meesterhobbybrouwer dan ook een poging. We gooien alvast een paar balletjes op. Wat te denken van een Brand Rauch of van een Brand Dort, nu Gulpener deze klassieker min of meer uit het vaste assortiment heeft gegooid en het alleen nog maar in hun microbrouwerij in het Gulpener Brouwlokaal brouwt. Daarover later meer!

Branding van Brand: Zwaar Blond wordt Blond

In de schappen van de supermarkt is recentelijk een nieuw bier verschenen, Brand Blond: een blond bier van 8,5%. Verwarring alom. Had Brand niet al een blond bier van 8.5% in haar assortiment? Heette dat bier niet Brand Zwaar Blond? Kwam dat bier niet uit die hobbybrouwwedstrijd? Waar is dat bier gebleven? Follow the Beer dook dieper in het mysterie van Brand Zwaar Blond en Brand Blond.  

Wat is Brand Blond?

Geen paniek, aldus brouwerij Brand uit het Limburgse Wijlre (eigendom van Heineken). Dit is gewoon de Brand Zwaar Blond die een nieuwe naam heeft gekregen. Deze naam vond Brand beter bij de uitstraling van het bier passen. ‘Zwaar’ heeft nu eenmaal een negatieve lading. Door het woord ‘zwaar’ weg te laten, hoopt Brand beter te kunnen concurreren met andere Blond-bieren. Er is niets veranderd aan de receptuur, vervolgt de brouwer. Het is absoluut hetzelfde bier.

We namen de proef op de som en kochten zowel een flesje Zwaar Blond als Blond. Conclusie? Het is inderdaad hetzelfde bier. Er zijn geen smaakverschillen waar te nemen. Brand Blond is dus echt Brand Zwaar Blond. Of andersom. Het is maar hoe je er naar kijkt.

Is dat niet verwarrend?

Is dat niet verwarrend voor de consument (lees: niet de bierconsument, niet de bierliefhebber) dat Brand een Blond-bier op de markt zet van 8,5%, terwijl andere Blond-bieren meestal een lager alcoholpercentage van 6,0-6,5% hebben? Hoewel de vraag enigszins werd ontweken, kunnen we concluderen dat Brand dat kennelijk niet verwarrend vindt. We vroegen het ook aan concurrerende brouwerijen die een Blond bier op de markt brengen. Denk hierbij aan merken als La Trappe Blond, Grimbergen Blond, Leffe Blond en Brugse Zot Blond. Het bleef akelig stil aan de andere kant van de elektronische snelweg.

Daarom ons antwoord: ja, dat is verwarrend. Bij het biertype Blond, dat volgens sommige bierkenners helemaal niet bestaat, verwacht een consument een lager alcoholpercentage dan de 8,5% die Brand uit zijn ketels laat stromen.

Waarom doet Brand dit?

Om dit begrijpen moet je het historische perspectief kennen. De Brand Zwaar Blond was het resultaat van de tweede Brand Bierbrouwwedstrijd, een wedstrijd voor hobbybrouwers. Het bier van de winnaar werd voor het eerst op grote schaal gebrouwen en ook op de markt gebracht. Heineken, de eigenaar van Brand, mikte daarbij op een zwaar blond bier dat kon concurreren met andere blonde bier met hogere alcoholvolumes, zoals Duvel en La Chouffe, een bier dat dochter Brand nog niet in het assortiment had.

Even een zijpaadje. De eerste wedstrijd betrof de pilsener, een uitdaging voor de hobbybrouwer om een ondergistend pilsener te brouwen. Uit de tweede wedstrijd kwam dus de Zwaar Blond, die een relatief succes bleek te zijn en terecht ook een vaste waarde in het assortiment bleef. Daarna volgden met wisselende successen de IPA, de Saison, de Porter en de Session IPA. Zo lijken de IPA en de Saison niet echt op de oorspronkelijke bierstijlen. De Porter is goed gelukt, maar zal commercieel een lastig bier zijn. De Session IPA is nog maar net op de markt en moet zich nog bewijzen. Voor dit jaar staat de Gose, een Duitse biervariant die opvalt door zijn melkzuurgisting, door het toevoegen van zout en koriander en door het feit dat dit bier een uitzondering vormt op de Voorlopige Bierwet (het voormalige Reinheitsgebot). Ook dit bier zal commercieel een lastig bier zijn.

Dan terug naar de vraag waarom Brand dit doet met de Zwaar Blond/Blond. Het antwoord is simpel en overduidelijk: uit commerciële overwegingen. Er is simpelweg meer markt te winnen bij de Blond-bieren dan bij hun zware evenknieën, de Zware Blonden. Daar is niets mis mee, maar het is wel verwarrend voor de consument.

Er zijn teveel cafés

Er zijn teveel cafés

De Horecava 2016 was nog maar nauwelijks begonnen of het bericht kwam naar buiten dat cafés in Nederland het zwaar hebben. Dat gebeurt bijna ieder jaar en ook dit jaar was daarop geen uitzondering. Het CBS (Centraal Bureau voor de Statistiek) meldde dat waar andere traditionele horeca, zoals restaurants en hotels, zich hebben hersteld van de crisis, onze cafés ver achter zijn gebleven. Het CBS concludeerde dit uit haar waarneming dat de omzet van cafés in de eerste drie kwartalen van 2015 7 procent onder het niveau van het topjaar 2007 lag, terwijl restaurants en hotels juist weer terug zijn op het oude niveau van 2007.

Hoe kan dat? Wat is hier aan de hand? Wat hebben restaurants en hotels wat cafés niet hebben? Zijn 'onze' cafés in gevaar? Moeten we de barricades op om 'onze' cafés te redden? Of zijn ze al niet meer te redden?

Omzet bestaat uit prijs en volume. Laten we eens naar de prijs kijken. De prijzen in cafés lagen in 2015 volgens het CBS ruim een kwart hoger dan in 2007. Dat is opmerkelijk, want deze prijsstijging was hoger dan bij andere horeca en ook hoger dan het algemene inflatieniveau in Nederland in die periode. Veel vingers wijzen meteen naar de overheid die om de schatkist te spekken BTW- en accijnsverhogingen heeft doorgevoerd, maar het effect daarvan op de prijs is slechts beperkt en geldt bovendien ook voor restaurants en hotels.

Geen enkele vinger wijst naar de werkelijke oorzaak: brouwerijcontracten en brouwerijen - groot en klein - die jaarlijks hun prijzen verhogen in de horeca, Uit een onderzoek van enige jaren geleden bleek dat horecaondernemers tweemaal zoveel moeten betalen voor hun bier in vergelijking met supermarkten. Kunstmatig hoge prijzen werken verlammend in de markt en houden cafés in een wurggreep. 

Dan het volume. Het volume van de café-omzet lag in 2015 ruim een kwart onder het niveau van 2007. Ook hier wijzen de vingers meteen naar de overheid: het rookverbod en de verhoging van de leeftijd voor het drinken van alcohol naar 18 jaar. Ook zijn er andere concurrrenten op de horecamarkt bijgekomen, zoals dorpshuizen, zorginstellingen en detailhandel. Dat zijn inderdaad factoren die het cafébezoek niet hebben aangemoedigd en eerder hebben ontmoedigd. Maar er is meer. De prijsverhogingen die jaar en jaar zijn doorgevoerd hebben ook een effect gehad op het aantal bezoekers en daarmee op het niveau. Cafébezoekers zijn niet gek. Zij kunnen hun geld maar één keer uitgeven.

Hoe groot deze effecten individueel zijn, is moeilijk te zeggen, maar we kunnen stellen dat het rookverbod, de alcoholleeftijd en de toegenomen concurrentie door toetreders veel minder invloed hebben gehad dan de prijsverhogingen. Het is struisvogelpolitiek om dit effect te blijven ontkennen. Brouwerijen en horecaondernemers zouden moeten erkennen dat de prijzen in de horeca te hoog zijn en omlaag moeten.

De gevolgen laten zich raden: lege cafés en een groot aantal sluitingen. In 2008 telde Nederland nog ruim 13 duizend cafés. Begin 2015 was dit aantal met 13 procent gedaald tot ruim 11 duizend. De grootste dalingen deden zich in deze periode voor in de provincies Groningen, Drenthe en Limburg waar het aantal cafévestigingen met ruim 20 procent terugliep. Flevoland was de enige provincie met een toename van het aantal cafés.

Het is onvermijdelijk dat er de komende jaren nog veel meer cafés hun deuren zullen sluiten. Het platteland loopt leeg en de kroeg heeft daar nauwelijks toekomst meer. Mensen drinken hun drankje meer en meer thuis, daardoor aangemoedigd door brouwerij en supermarkt. In grote steden en in uitgaanscentra zijn nog veel mogelijkheden, maar horecondernemers moeten daar wel creatief en innovatief. En concurrerend met hun prijzen.